Herkomst

De Epagneul bleu de Picardie is nog steeds niet erg bekend, ook niet bij de liefhebbers van jachthonden. De Epagneul bleu de Picardie stamt direct af van de oude familie van de Franse Epagneuls, die kan worden vergeleken met de Engelse Spaniëls. Beide rasnamen zijn dan ook afgeleid van het woord Espagnol. Het vermoeden bestaat dat deze jachthonden zich via Spanje en de rest van Europa hebben verspreid. In Nederland en België stonden de jachtrassen bekend onder de naam Spanjool.

Het zijn zogenaamde jachthonden die de jager het wild aanwijzen door stokstijf te blijven staan met hun neus in de richting van het wild. Epagneuls zijn voortgekomen uit de vogelhonden die al in de 14e eeuw door Gaston Phébus en Henri de Ferrières voor het eerst werden beschreven. Het is echter veel aannemelijker dat de Epagneul bleu de Picardie veel ouder is. In de loop van de tijd heeft de familie van de Epagneuls zich opgesplitst in talloze types. Er waren veel onderlinge verschillen in grootte en vachtkleur en de manier van jagen. Het werd onder meer beïnvloed door het terrein waarin ze moesten jagen. Maar het werd ook beïnvloed door de gewoontes van de eigenaars. In het Noord-Franse Picardië ontwikkelde zich een van die variëteiten. Het landschap was daarzeer geschikt voor, zoals veel moerassen en ontelbare kleine dalen. Dus zeer geschikt voor watervogels. Het zijn dan ook de jagers die deze hond hebben gevormd.

Picardië werd veel bezocht door Engelsen, vooral tegen het einde van de 19e eeuw. In die tijd begon het wild in Groot-Brittannië zeldzamer te worden, waardoor het onderandere noodzakelijk werd om rassen te fokken die bijzonder snel werkten. Daarnaast moest men ook zoeken naar nieuwe jachtterreinen, dus staken de jagers het Kanaal over voor hun favorieten tijdverdrijf. Zo werden de Picardische moerassen populair jachtgebied voor de Engelsen. Zij brachten uitaard hun eigen honden mee, met name hun Setters. In die tijd kon dat allemaal nog omdat er geen sprake was van de quarantaine bepalingen. Overigens lieten veel Engelsen hun honden achter als het jachtseizoen voorbij was. Het is eigenlijk daarom haast zeker dat de Bleu de Picardie als gevolg daarvan heel wat Engels bloed in zich heeft. Doordat het Engels bloed zich heeft vermengt heeft dat de kwaliteiten van de Epagneul alleen maar aangescherpt.

In het begin van de 20e eeuw heeft maakte de Epagneul bleu de Picardie zijn opwachting in de wereld van de Kynologie. In 1904 bracht Dhr Ratel uit Frankrijk een zeer goed getypeerde Bleu de Picardie uit op een tentoonstelling. Deze hond werd geklasseerd als een Epagneul Francais, omdat er toennog geen onderscheid tussen dit ras en de Bleu de Picardie bestond. Dat werd pas in 1907 een feit, het jaar waarin de pas opgerichte ras vereniging voor Epagneuls tentoonstellingsklassen inrichten voor de Epagneulvariëteiten. De Epagneul bleu de Picardie bestaat als zodanig onder die naam pas sinds 1921. In dat jaar werden rasverenigingen opgericht voor zowel de Epagneul Picard en de Epagneul bleu de Picardie. Aan de officiële rasnaam is af te lezen wat het verschil is tussen beide honden. De Bleu is uiteraard een variëteit van de Epagneul Picard, maar heeft een speciale kleur; zwartgrijs gespikkeld, met zwarte platen. Het typische van de vacht is het subtiele blauwachtige waas, dat bij de ene hond meer opvalt dan de andere. Het kan niet andersof die kleur is ingebracht door de`Blue Belton`Engelse Setter (zwart met wit) en misschien heeft na 1900 ook de Gordon Setter hier nog aan bijgedragen. De Epagneul bleu de Picardie is niet erg bekend buiten Picardië. Toch is het een van de Franse jachthonden die uitstekend kunnen jagen. Hij zou dan ook bij veel jagers in de smaak vallen.

Login

Lost your password?